7 juni 2017
|
Door:
Harry
Aantal keer bekeken
274
Aantal reacties
Nzhelele,
Zuid-Afrika
a
A
Blog 49 Nederlandse Venda’s
Leven in een andere cultuur is soms moeilijk, meestal leuk en altijd interessant.
Rond een bruiloft heb je veel plechtigheden. Eerst de lobola.
Als er afspraken gemaakt worden over de bruidsschat, de lobola, is er een feest voor vrienden en familie.
Daarna is er de eigenlijke bruiloft, waar heel groot uitgepakt wordt.
En dan nog een welkomsfeest, waarin de bruid welkom wordt geheten in de familie (en ook de stam) van de bruidegom.
Zoals de vorige week zaterdag. Onze vrienden Jack en Johanna hebben ons uitgenodigd om mee te gaan naar een family happening.
Er zijn een bruid en een bruidegom en de twee families. De bruid is een Tswana, zij en haar familie zijn duidelijk heel anders gekleed dan de Venda.Met een paar toespraken (heel weinig voor hier) en vooral zang en dans wordt ze welkom geheten, samen met haar familie.
Halverwege wordt de bruid mee naar binnen genomen en omgekleed door de familie van de bruidegom. Ze komt in prachtige Vendadracht terug. Maar in een vreemde gebogen houding.
Ze gaat weer op haar plaats zitten en staart naar de grond. Het lijkt ons niet goed. “Is ze verdrietig?” vragen we. Nee, het is een teken van respect. Weer wat geleerd.
Prachtige Venda-dansen en –liederen. Bijvoorbeeld: welkom, je bent gekocht met koeien.
Dat is Vendacultuur. Natuurlijk is iedereen op z’n paasbest gekleed.
Wij ook: Heleen in een traditionele Minwenda en ik in een Venda-shirt.
Dat we de bruid en bruidegom niet kennen geeft niet. We zijn meegekomen met de familie en dus welkom. Zeker als we Ndivhuo, de kleindochter van Jack en Johanna aan de hand hebben. We worden met gezang en handgeklap welkom geheten.
De mensen kunnen niet ophouden met dansen: na de party dansen ze gewoon door en beginnen steeds opnieuw.
Natuurlijk hoort er eten bij: pap, rijst, saus die ze hier soep noemen, vlees en groenten, salades. Heerlijk, en traditioneel bij alle feesten en begrafenissen.
En nog iets bijzonders: diep knielen, met je hele lichaam op de grond, als eerbetoon. En wij? Wij knibbelje alline foar God.
Kleren en dansen: dat is de buitenkant.
Maar het echte verschil in cultuur zit vooral in wat en hoe je denkt, wat je doet en waarom, wat je belangrijk vindt.
Het is hier een warme gemeenschap, niet gericht op individuen, maar op het geheel van de community.
We zijn volledig geaccepteerd, maar blijven een uitzondering.
We zijn blank in een zwarte omgeving, dat valt op. We hebben andere gewoonten: bijvoorbeeld buiten zitten en de gordijnen open overdag.
We eten anders, geen Mopani wormen en termieten (wel een keer geprobeerd) we drinken koffie en een wijntje. Bier en wijn zijn hier onder Christenen not done. Dus drinken we binnen om geen aanstoot te geven. Op een warme dag (het is hier elke dag warm) vind ik een biertje heerlijk.
Ik snap het wel: hier drinkt men vooral om aangeschoten of dronken te worden. (Dat doen wij dus niet)
Lastig is ook het verschil in hoe je aankijkt tegen afspraken.
Voor verder dan een week vooruit kun je moeilijk afspraken maken.
Maar goed, zeg dat we een afspraak hebben met iemand: woensdag om 4 uur. De dag van tevoren of de dag zelf bevestigen we nog een keer.
De mensen komen zelfs dan in de helft van de gevallen niet opdagen of ze zijn niet thuis. Ja, er kan van alles tussen komen: bezoek, vergeten, verkeerde tijd, een boodschap doen, enz.
Overigens geldt dit niet voor iedereen.
Soms gaan we de fout in.
De vorige week liet Heleen voor rekenen twee leerlingen patronen maken in een ketting. Drie oranje, twee blauw, twee wit enzovoorts.
De kettingen mochten ze meenemen naar huis.
Prima, alleen we hoorden naderhand dat de moeders ze nooit zullen dragen. De gebruikte kleurencombinatie wordt eigenlijk alleen maar gebuikt door de traditional healers. Nou, daar willen we niets mee te maken hebben. Ze proberen mensen beter te maken door geesten en kruiden en allerlei andere zaken.
We kennen voorbeelden waarbij dat faliekant verkeerd afloopt.
En wie weet wat voor fouten we nog meer gemaakt hebben?
En we hebben heel vaak het idee dat we niet snappen waarom iets gebeurt en hoe iets in elkaar zit.
Familieverhoudingen zijn al helemaal moeilijk. “Dat is mijn moeder.” dat betekent niet dat het je moeder is: het kan een tante of oudtante zijn, of degene die je mee opgevoed heeft. Dat maakt het moeilijk om erachter te komen wie wie is.
Kinderen worden trouwens vaak opgevoed door grootouders. Het is heel gewoon dat de moeder werkt. (Vaak is er geen vader)
Op school gaat het overigens goed, we hebben prima contacten met collega’s en leerlingen. We zien ook dat er langzamerhand meer oog komt voor moeilijk lerende kinderen: daarover een volgende keer.
Samengevat: we genieten met volle teugen van het Vendaleven hier, we passen ons zoveel mogelijk aan, en innerlijk blijven we Nederlanders.